Proeftuin Drenthe

De Drentse steden Assen, Hoogeveen en Emmen maken alledrie een ingrijpende stedelijke herstructurering door. De steden – regionale centra voor wonen, werken en voorzieningen – nemen hun binnensteden onder handen, pakken hun naoorlogse woonwijken aan en werken aan het verbeteren van de stedelijke kwaliteit. Intussen houden ze hun identiteit tegen het licht en zoeken naar een leidmotief voor de toekomst. Als ze daarbij maar niet te veel dezelfde richting kiezen.

Assen, Hoogeveen en Emmen zijn de drie grootste gemeenten van Drenthe. De steden kenmerken zich door hun groene omgeving en door ambitieuze plannen om de steden en hun identiteiten op te poetsen. Assen ligt in de invloedsfeer van Groningen en moet het hebben van zijn aantrekkelijke woonmilieu. Werkstad Hoogeveen ligt strategisch aan het knooppunt van twee snelwegen, midden in Drenthe. En Emmen, de open groene vrijetijdsstad, ligt vrij geïsoleerd tegen de grens met Duitsland aan en trekt toch verrassend veel dagjesmensen en toeristen. Samen vormen de drie steden de economische driehoek van Drenthe met wonen, werken, landschap en leisure als kernkwaliteiten. Alledrie zijn ze stevig in beweging, druk in de weer met toekomstvisies en flink aan het bouwen. In het centrum van Assen worden woningen en winkels ontwikkeld en gebouwd, maar ook een Cultureel Kwartier. Hoogeveen heeft een reputatie opgebouwd in het herstructureren van naoorlogse woonwijken en past die kennis nu toe op de naoorlogse bedrijventerreinen. Emmen maakt de omslag van het bouwen van nieuwe woonwijken in de Drentse landschappen naar het ontwikkelen van nieuwe landschappen rondom nieuwe Drentse buurtschappen. En de steden proberen alledrie hun identiteiten te profileren en in te spelen op nieuwe trends en woonstijlen.

‘Assen is de snelst groeiende gemeente van Noord-Nederland. Gezien onze positie, zo dicht bij Groningen, kun je zeggen dat Assen een voorsprong heeft op de rest’, zegt Wybe Nauta, stadsarchitect van Assen. ‘We maken deel uit van het nationaal stedelijk netwerk Groningen–Assen waarin we willen uitgroeien tot een stevige tegenhanger van de stad Groningen. Assen is de afgelopen dertig jaar in omvang verdubbeld. Dat vroeg om aanpassing van de binnenstad. Als je opnieuw sterk gaat groeien en je laat de binnenstad liggen, dan verlies je klanten aan Groningen.’ Assen investeert veel geld in de openbare ruimte van de binnenstad, onder meer in het verbinden van het Cultureel Kwartier met het Erfgoed Kwartier. In het Cultureel Kwartier komen een nieuw theater, een bioscoop, congresfaciliteiten en een bibliotheek. In het Erfgoed Kwartier liggen voorzieningen zoals het Drents Museum. Tussen beide kwartieren stimuleert de gemeente, als een soort lijm tussen deze beide locaties, de vestiging van nieuwe en hoogwaardige horeca. ‘Vanuit het centrum hebben wij gekeken naar woonwijken en bedrijventerreinen die tegen het centrum aanliggen, en naar het stationsgebied en de verschillende invalswegen. De woonwijken worden op strategische plekken verdicht, de bedrijventerreinen laten we van kleur verschieten en langs de historische en nieuwe invalswegen laten we het oude en nieuwe Assen zien.’

‘Assen, Hoogeveen en Emmen herwaarderen hun identiteit’ 

Naar het zuiden komen we in Hoogeveen. Het centrum van die stad bestaat uit een langgerekte structuur van wel twee kilometer met winkels in een dertig meter breed lint aan een van de voormalige en gedempte ontginningskanalen. ‘Verdwalen is hier niet mogelijk’, lacht Kees Hofstee, clustercoach bij de Afdeling Ruimte van de gemeente. Hofstee schetst de lastige opgave die de aantrekkelijke hoofdstraat met zijn goed bereikbare parkeerplaatsen biedt. De kracht van het winkelcentrum is namelijk tegelijk zijn zwakte. Het centrum is niet compact, niet compleet, niet comfortabel en aan de koppen ontbreken duidelijke trekkers. Door het dempen van de ontginningskanalen in het centrum zijn de banden met de ontstaansgeschiedenis verdwenen. De entrees van het centrum zijn aan een grondige herstructurering toe en de relatie met het station is zwak.

Kwalitatieve impuls

Hofstee over de Hoogeveense aanpak: ‘Ten noorden van het centrum zijn we begonnen met het revitaliseren van het verouderde bedrijventerrein De Wieken. Voor de randen van het centrum moet de samenwerking met marktpartijen smaakmakende plannen opleveren. Hier werken we onder anderen samen met de Berlijnse architecten Rob Krier en Christoph Kohl. Deze projecten moeten een kwalitatieve impuls aan de herontwikkeling van het centrum van Hoogeveen geven.’ Inmiddels zijn er een projectopdracht, een plan van aanpak en een budget om een ontwikkelingsvisie voor het stadscentrum op te stellen. Verder naar het oosten in Emmen is Hans de Gruil hoofd fysiek-ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente. De Guil legt uit dat de huidige groei voornamelijk zit in de bouw van appartementen in het centrum, voor Emmenaren en nieuwe inwoners. ‘We werken gelijktijdig aan het Structuurplan 2020 en het Masterplan Emmen Centrum 2020. Wij kunnen een visie voor de gehele gemeente niet los zien van een visie voor het centrum. Als je als ‘eeuwig jonge stad’ op de kaart wilt staan dan moet je de bestaande bewoners koesteren en dus het nodige doen aan de bestaande woningvoorraad en gelijktijdig betaalbare interessante woonmilieus creëren voor nieuwe inwoners, ook in het centrum.’

#513_Assen Vaart_01

Assen heeft 62.200 inwoners in de kern en 1.300 in de zes dorpen en het buitengebied. De gemeente verwacht te groeien naar 80.000 inwoners in 2020. Met de nieuwbouwwijk Kloosterveen met 5.500 woningen heeft de stad de stap over de A28 gezet. De gemeente onderzoekt de verdere groeimogelijkheden ten westen en noorden van de A28. Om Assen als zuidelijke pool van de regio Groningen–Assen te versterken, herontwikkelt en intensiveert Assen zijn centrum. De ruimtelijke opgave van de gemeente bestaat verder uit een gebiedsvisie voor het Erfgoedkwartier, de Blauwe As – het opnieuw bevaarbaar maken van de Vaart –, het Cultureel Kwartier met een nieuw theater met bioscoop en bibliotheek, bouwplannen in het winkelcentrum en de visie voor de westelijke stadsrandzone.

Stapel documenten

Emmen onderscheidt voor het centrum drie thema’s: binnenstad, leisure en landschap. Samen vatten ze de bestaande kwaliteiten van het centrum en zijn richtinggevend voor het versterken van de imago van de stad. Voor de ontwikkelingsvisie van het centrum maakte de gemeente verder gebruik van de begrippen contrast, samenhang en verscheidenheid als ontwerpmotieven. ‘Dit geeft aan dat we een stevige ambitie hebben’, zegt De Gruil. ‘Zo is winkelcentrum de Weiert, tot voor kort een van de grootste knelpunten in het centrum, inmiddels volledig vernieuwd. Wat rest is de noodzakelijke nieuwbouw dan wel het verplaatsen van het gemeentehuis, het stadstheater en wellicht het Dierenpark Emmen. Hiermee willen we een brug slaan van de stad naar de es om zo binnenstad, leisure en landschap met elkaar te verbinden.’

Terug in Assen kijken we met een tevreden Wybe Nauta naar een stapel documenten op zijn bureau. ‘We hebben een structuurvisie voor de binnenstad, een visie voor de hogere bouw die heel veel zegt over het structuurbeeld van Assen en een visie over de groenstructuur van Assen. Ook hebben we ambitieuze plannen in uitvoering genomen, zoals het weer bevaarbaar maken van de Vaart naar het oude centrum van Assen.’ Ook buiten het centrum werkt Assen aan de stad. Voor de westelijke stadsrandzone van Assen is een structuurvisie gemaakt voor een tweede grote stadsuitleg aan de overzijde van de A28. ‘We hebben de bevolking uitgenodigd om via internet met ons mee te denken en mee te ontwerpen. Veel mensen reageren’, aldus Nauta. Voor de centrale zone in Assen, evenwijdig aan de spoorlijn, is een groot programma in ontwikkeling. Dat begint met een nieuwe aansluiting van de N33 op de A28, met een ontsluiting van het evenemententerrein van het TT-circuit en het nieuwe NS-station Assen-Zuid. Er komt een werkgelegenheidslocatie in het verlengde van de NAM-vestiging. In het centrum wordt het stationgebied aangepakt en ten noorden daarvan staat de transformatie van het Veemarktterrein en het deels sterk verouderde stadsbedrijvenpark langs het Havenkanaal op het programma. ‘Wat nog ontbreekt is een integrale structuurvisie voor de gehele gemeente waarin we de lijnen uitzetten naar de toekomst en waarin we de deelvisies verankeren. Als je wilt groeien naar 80.000 inwoners moet je goed nadenken wat dat betekent voor de gehele gemeente. Daarom voeren we momenteel een serie stadsdebatten om te weten te komen welke wensen en ideeën Assenaren over de toekomst van Assen hebben. Ik ben erg benieuwd wat dat gaat opleveren.’

Netjes afronden

Kees Hofstee in Hoogeveen beschikt al over zo’n integrale structuurvisie: ‘Wij waren toe aan een complete en frisse blik op Hoogeveen en de tien dorpen. De Structuurvisie 2015–2030 is in 2004 unaniem door de Raad vastgesteld. Een geweldig resultaat.’ Volgens de structuurvisie zal Hoogeveen een beheerste groei doormaken en zal de stad deze groei niet opvangen met de bouw van een nieuwe woonwijk. Het merendeel van de woningen wordt ingezet om het centrum te verdichten en voor het herstructureren van de bestaande woonwijken. Ook komen nieuwe woningen in de tien dorpen en in nieuwe enclaves en linten in het buitengebied. ‘Dit is ongebruikelijk, maar de vraag naar landelijk of landschappelijk wonen buiten de dorpen is behoorlijk groot’, meent Hofstee. ‘De huidige uitbreidingswijk Erflanden gaan we uiteraard wel eerst netjes afronden.’ De structuurvisie was nodig omdat Hoogeveen een paar jaar geleden met een paar dorpen werd uitgebreid. In de structuurvisie zijn de dorpen gerangschikt naar landschapstype en ontstaansgeschiedenis: drie zanddorpen, drie kanaaldorpen en vier velddorpen. Voor elke groep van dorpen en hun buitengebieden zijn kansen geformuleerd en worden voorstellen gedaan voor woningbouw. In de dorpen zijn de plannen goed gevallen, vertelt Hofstee: ‘De betrokkenheid van de inwoners van de dorpen is heel groot. Dit is een verademing om mee te maken.’ Over het wezen van Hoogeveen heeft Hofstee een helder beeld. ‘Hoogeveen is van oudsher een ondernemende stad. Hoogeveen had al kort na zijn ontstaan een grote binnenhaven en een station. Hierin schuilt het grote verschil met Assen. Assen is met het provinciehuis en de kazerne een typische regentenstad. Het ondernemende Hoogeveen willen we laten zien via hoogwaardige en goed ontworpen bedrijventerreinen langs de A28 en de A37. Voor heldere overgangen met de omliggende landschappen leggen we om de oude en nieuwe bedrijventerreinen een Groene Ketting: een ondernemende stad en een groene woongemeente kunnen heel goed samengaan!’#513_Hoogeveen Centrum

Hoogeveen heeft 38.000 inwoners in de kern en 15.000 in de tien dorpen en het buitengebied. In de Toekomstvisie Hoogeveen 2030 is gekozen voor een groei naar 59.000 inwoners in 2030, door hoogwaardige herontwikkeling van de naoorlogse woonwijken. Daarnaast creëert de gemeente ruimte voor het uitbreiden van de tien dorpen en het bouwen van een fors aantal woningen in het landelijke gebied tussen de dorpen. Overige opgaven voor de gemeente Hoogeveen zijn de uitvoering van de ontwikkelingsvisie voor het stationsgebied, de realisering van het hoogwaardige bedrijventerrein Buitenvaart aan de A37, het woonzorgpark Bilderdijk in het centrum en het afronden van de nieuwbouwwijk Erflanden die 1.150 woningen krijgt.

Tegen het licht

In Emmen liggen de accenten duidelijk anders. De ANWB heeft de stad uitgeroepen tot de vrijetijdsstad nummer één van Nederland. Toch is Emmen ook de grootste industriestad van Noord-Nederland. Op het eerste gezicht een bizar contrast, maar dit is Emmen ten voeten uit, verklaart Hans de Gruil grijnzend. Ruim vijftig jaar na de omschakeling van turf naar textiel en de onstuimige groei van Emmen is het hoog tijd om opnieuw naar de toekomst te kijken. Vergeleken met de andere steden in het Noorden heeft Emmen enorm veel naoorlogse woonwijken. Het huidige structuurplan stamt nog uit de jaren zestig. ‘De formule van Emmen als “open groene stad” vraagt om een volledige herdefiniëring. ‘We realiseren ons dat we niet alleen naar de naoorlogse woonwijken moeten kijken, maar dat we heel Emmen tegen het licht moeten houden. En als je dan ook nog flink wilt groeien, waar zet je dan op in en waar begin je mee?’

Het antwoord op deze vragen staat in de nota Kernkeuzen Structuurplan. Volgens de nota moet Emmen op weg naar 2020 vooral ‘een moderne en veelzijdige industriestad’ zijn die ‘ruimte biedt aan het goede leven’ en dat het ‘wonen én werken gediversifieerd en gemoderniseerd’ dienen te worden. Met minder neemt Emmen geen genoegen. ‘In zowel het structuurplan als het masterplan voor het centrum proberen we het unieke van Emmen te bewaren en Emmen opnieuw uit te vinden, zo’n beetje van “open groene stad” naar “open groene gemeente”. We gaan daarom meer aandacht besteden aan de groei en kwaliteit van de twaalf dorpen van Emmen en op het ontwikkelen van kleinschalige woningbouwprojecten in landelijke woonmilieus. Hierbij denken wij aan wonen in het bos, op landgoederen, in nieuwe buurtschappen en aan het uitbreiden en het verdichten van de bestaande linten.’ Het structuurplan gaat ook in op de verdubbeling van de A37 en de aansluiting van de A37 op de A31, de onlangs geopende snelweg tussen het Ruhrgebied en Emden in het noorden van Duitsland. Voor het eerst komt Emmen aan een snelweg te liggen. ‘Aan deze nieuwe snelweg laten wij zien wat Emmen allemaal te bieden heeft: moderne industriestad, vrijetijdsstad, glastuinbouwstad, woonstad. Je hoeft geen ontwikkelingsplanoloog te zijn om in te zien dat dit een nieuwe dimensie aan Emmen zal geven. Emmen was tot voor kort erg introvert. Dit gaat nu veranderen.’

Omslag

De drie steden beschouwen hun stedelijke opgaven op eigentijdse wijze. Ze kiezen voor het revitaliseren en inbreiden van bestaande woonwijken en het herstructureren en verdichten van de stadscentra en bedrijventerreinen op basis van de bestaande kwaliteiten. Vooral Hoogeveen en Emmen werken aan nieuwe woonmilieus in de buitengebieden, Assen mist hiervoor gewoonweg de ruimte. De nadruk ligt niet meer op de zoveelste uitbreiding. Dat vereist een omslag in denken en culturen. Eenvoudig is dat niet in tijden van bezuinigingen, reorganisaties, verzakelijking van gemeentelijke diensten en duale bestuursculturen. Werken met interactieve en open planprocessen is dan kostbaar, ingewikkeld, tijdrovend en bovendien procedureel en inhoudelijk ongewis, zou je zo zeggen.

‘Wanneer alle drie gemeenten zich op de doelgroep van welvarende, mobiele en ongebonden vijftigers richten, dan gaat er iets mis’

De drie Drentse gemeenten laten zien dat het wel degelijk anders kan. Meer van deze tijd. Een traject met raadplegingen met de bevolking waarin burgers hun mening geven. Het actief en effectief gebruikmaken van internet en het uitzetten van kleine en afgebakende deelonderzoeken. Het in begrijpelijke taal, in aansprekende vorm en digitaal beschikbaar stellen van de resultaten. Dit vergroot het draagvlak bij de bevolking en bij de marktpartijen. De praktijk van het maken van ruimtelijke toekomstvisies verandert snel onder invloed van nieuwe inzichten. Het strategische belang van toekomstvisies en structuurplannen waarin de gemeenten hun identiteit zelfverzekerd en scherp formuleren, neemt daarbij alleen maar toe. Niet alleen als balsem op de ziel van de bestuurders, maar vooral om de meest verstandige strategie uit te zetten en de juiste markten aan te boren.

Drenthe heeft als de complete woonprovincie met het Permanente Vakantie Gevoel veel te bieden. De drie Drentse kernen mogen wellicht de vitaliteit, dynamiek en diversiteit missen van de grotere steden, maar de voordelen hiervan zijn onmiskenbaar. Het leven in Assen, Hoogeveen en Emmen vertegenwoordigt rust, harmonie, bescherming, controle. Je kan er dorps wonen, in kleine buurten of in groene woonwijken, maar ook solitair in het buitengebied. Maar wanneer alle drie gemeenten zich op dezelfde smalle doelgroep van welvarende, mobiele en ongebonden vijftigers gaan richten, dan gaat er iets mis.

Emmen is met 108.000 inwoners de grootste gemeente van Drenthe en na Groningen de grootste van het Noorden. Emmen heeft 57.000 inwoners in de kern en 51.000 in de twaalf dorpen en het buitengebied. De stad kiest in het Structuurplan voor groei naar 120.000 inwoners in 2020. De gemeente Emmen werkt aan een masterplan voor het centrum, waarin het kiest voor wonen in hoge dichtheden, cultuur, zorg en onderwijs. Het streven is om te profiteren van de grensoverschrijdende mogelijkheden van het doortrekken van de A37 naar de A31 (Emsroute). Emmen kiest verder voor leisure, recreatie en toerisme. De nieuwbouwwijk in ontwikkeling is Delflanden met 3.500 woningen. Een belangrijke opgave is de herstructurering van de naoorlogse woonwijken Angelslo en Emmerhout. In het veenlandschap wordt het landgoed Scholtenzathe ontwikkeld, met 1.200 hectare veruit het grootste landgoed in Nederland.

Knusse winkelstad

Emmen dreigt de scherpte te missen, ook al zijn het structuurplan en het masterplan voor het centrum nog lang niet af. Industrie én het goede leven én stedelijke allure én wonen op de nieuw beboste uitloper van de Hondsrug in combinatie met het aanbieden en ontwikkelen van leisure én kennis én zorg in het centrum is wel veel. Wat meer regie en Noord-Nederlandse nuchterheid kan hier geen kwaad. Maar Emmen is ook de gemaakte en veelzijdige stad, die zich nergens wat van aan hoeft te trekken. Met het wonen in het bos, aan het water en in de linten speelt Emmen zeer bewust en slim in op verschillende doelgroepen en met name op de oudere Randstedeling. Hoogeveen heeft een specifieker doel voor ogen. De stad profileert zich als een ondernemende gemeente voor ondernemers. De goede bereikbaarheid, de eigentijdse bedrijventerreinen en het landelijk wonen in het buitengebied moeten ondernemers van buiten trekken. Daarnaast toont Hoogeveen zich een voorvechter van sociale en vitale woonbuurten, dorpen en landschappen. Aller ogen zijn nu gericht op het centrum van Hoogeveen en op de vraag of het zal lukken om de unieke en langgerekte structuur te behouden en tegelijkertijd nieuwe kwaliteiten aan het centrum toe te voegen. Dit vergt een ondernemersgeest en investeringszin.

Het artikel ‘Proeftuin Drenthe’ is gepubliceerd in de Blauwe Kamer, tijdschrift voor landschapsarchitectuur en stedenbouw, nr. 5/2006, pagina 32-41.

Download hier dit artikel: DOWNLOAD #513_Blauwe Kamer_Proeftuin Drenthe

SPREAD #513_Blauwe Kamer_Proeftuin Drenthe